Arnaud De Lie heeft de 58e editie van de Circuit de Wallonie op zijn naam geschreven. De 22-jarige sprinter van Lotto Dstny was na een wedstrijd van bijna 184 kilometer de snelste van het peloton in de massasprint. Axel Zingle (Cofidis) moest genoegen nemen met de tweede plaats. De jonge Brit Matthew Brennan (Team Visma-Lease a Bike) vervolledigde het podium.
Vier renners vormden de vroege vlucht. De Belg Gianni Marchand (Tarteletto-Isorex), de Italianen Samuele Privitera (Hagens Berman-Jayco) en Mirko Bozzola (Q36.5 Pro Cycling Team) en de Deen Christian Ingemann Lindquist (Airtox-Carl Ras) werden echter de volledige wedstrijd binnen het bereik van het peloton door de troepen van Lotto Dstny.
Nog voor het aansnijden van de lokale ronden ontstond er een nieuwe kopgroep met de Nederlander Loe van Belle (Team Visma-Lease a Bike), de Fransman Baptiste Vadic (Total Energies), de Belg Aime De Gendt (Cofidis) en de Spanjaard Marcel Camprubi (Q36.5 Pro Cycling Team). Van Belle bleef lang vooruit, maar ook hij was in de laatste kilometers niet opgewassen tegen het achtervolgende peloton.
In de sprint zat vervolgens topfavoriet Arnaud De Lie relatief ver gepositioneerd, maar dat weerhield hem niet om met overmacht de zege te grijpen voor Axel Zingle en Matthew Brennan. Jarne van de Paar blijft aan de leiding in de Lotto Cycling Cup.
Arnaud De Lie: “Deze overwinning heb ik te danken aan de ploeg”
Arnaud De Lie sprak na afloop vol lof over zijn ploeg. “We hadden de hele dag de wedstrijd onder controle”, deed hij na afloop zijn verhaal. “Toen de vluchters waren gegrepen, bracht Lionel Taminiaux me in stelling voor de eindsprint. Ik heb vervolgens het juiste moment afgewacht en kon zo de zege pakken. Winnen is altijd speciaal, maar ik ben vooral blij dat de conditie steeds beter wordt.”
Axel Zingle: “Aan De Lie was niets te doen”
Axel Zingle leek even op de overwinning af te steven, maar dat was buiten een ijzersterke Arnaud De Lie gerekend. “Ik begon in perfecte positie aan de eindsprint”, vertelde hij na afloop. “Toen ik de koppositie nam, had ik even de illusie dat niemand nog ging passeren, maar De Lie had duidelijk meer snelheid. Desondanks mag ik niet klagen met deze uitslag.”